Wanneer de herfst zijn intrede doet en veel planten zich opmaken voor de naderende rust, komt de olijfwilg pas echt tot leven. Dit unieke exemplaar, bekend om zijn glimmende donkergroene bladeren aan de bovenkant en een wat doffere grijze tint aan de onderkant, biedt niet alleen visuele pracht maar verrast ook met zijn bloei.
De bloeitijd
In tegenstelling tot de weelderige bloemenpracht van sommige andere planten, kiest de olijfwilg voor een ingetogener pad. Kleine, doch geurige witte of gele bloemen maken hun opwachting in de herfst. Deze bloemen zijn misschien niet direct opvallend, maar hun geur is onmiskenbaar en verrijkt de tuin met een subtiele, zoete aroma. Na de winter, als beloning voor je geduld en zorg, kun je verrast worden door rode bessen met een betoverende zilveren gloed. Deze bessen zijn niet alleen een genot voor het oog maar ook eetbaar. Ze bieden een perfecte basis voor heerlijke jam, mits je sneller bent dan de lokale vogelpopulatie.
De verzorging: zon, schaduw en snoei
De olijfwilg staat graag in de spotlight en prefereert een warme, zonnige plek met droge, vrij arme grond. Hoewel de plant tolerant is en ook in halfschaduw kan overleven, zal dit ten koste gaan van zijn bloei en vruchtdragende potentie. Interessant is dat de olijfwilg ook kan floreren op rijkere bodemsoorten, al zal hij dan neigen naar een weelderiger bladgroei ten koste van de bessenproductie. Voor wie de olijfwilg als heg heeft geplant, is dit minder van belang; de snoei beperkt meestal de kans op vruchten.
Wanneer de snoeischaar uit de kast halen?
Snoeien is een kunst en voor de olijfwilg bijna een ritueel. Als solitaire struik kun je hem in maart voorzichtig bijknippen om hem in vorm te houden. Kies je voor een strakke heg, dan is juli het moment voor een eerste snoeibeurt, gevolgd door een tweede ronde in het najaar voor het strakste resultaat. Dit niet alleen bevordert de groei en vorm van de plant, maar zorgt er ook voor dat hij elk jaar weer met hernieuwde kracht en schoonheid kan uitbotten.